‘If you can dream it, you can do it.’ Die tekst stuurde een bekende mij zo’n acht jaar geleden. De timing was perfect. Ik was net hardop aan het dromen over een bestaan als zelfstandig ondernemer.
Daarbij ging ik niet over de spreekwoordelijke nacht ijs. Ik maakte een bedrijfsplan, won advies in bij ervaren ondernemers, schakelde een coach in en volgde bedrijfstrainingen. Al snel bleek dat er heel wat komt kijken bij het runnen van je eigen ‘toko’ en dat je flink aan de bak moet om het te laten renderen. Ik viel al snel van mijn roze wolk af.
Hieraan moest ik denken toen ik tijdens het jubileumontbijt van Vakblad IJs! afgelopen zomer hoorde dat veel ijsbereiders te weinig omzet hebben om genoeg te verdienen. ‘Het is dan meer een hobby dan een vak’, opperde een aanwezige.
Ja, het lijkt inderdaad zo’n romantisch idee net als in het televisieprogramma ‘Ik vertrek’: ‘Ik start een ijssalon maar ik heb eigenlijk geen doordacht plan.’ Als kijker vind ik dit soort televisie smullen geblazen maar in werkelijkheid is het natuurlijk een drama.
Recente rapporten van de Kamer van Koophandel bevestigen trouwens dat zo’n 50 procent van de startende ondernemers stopt binnen vijf jaar. Daarnaast blijkt dat de markt voor ijsbereiders bijna verzadigd is. De groei is eruit. Dus om een goede boterham over te houden aan het verkopen van ambachtelijk ijs, moet je echt van die roze wolk afstappen. Dromen is mooi, maar realistisch zijn is beter.