Leveranciers

25 juli 2012

Dossier: juiste inkoop ijsgrondstoffen voorkomt risico's

In editie 12 van vakblad IJs! (verschijning december 2011), verschijnt een artikel over de inkoop van ijsgrondstoffen.

Ambachtelijke bedrijven handelen vaak op basis van goed vertrouwen en baseren hun keuzes op de langdurige relatie tussen ondernemer en leverancier. De tijd dat je op de blauwe ogen van de leverancier kunt vertrouwen, is volgens sommigen voorbij. Anderen gaan graag de discussie hierover aan.

Op deze pagina treft u een interview met Wil Jansen, inspecteur bij Houwers Holtackers. Een aantal leveranciers reageert op zijn pleidooi.

‘GOED LEZEN CERTIFICAAT HELPT BIJ KEUZE LEVERANCIER’

certificaat_mobile_“De cultuur waarin de ambachtelijke ondernemer op basis van goed vertrouwen producten afneemt bij een leverancier, is één die langzaam tot stand komt”, begint Wil Jansen, inspecteur bij Houwers Holtackers. “Op basis van een introducerend gesprek, een rondleiding op het bedrijf en een blik op de prijs-kwaliteitverhouding, maakt de ondernemer de keuze om met de leverancier in zee te gaan. Maar in hoeverre kun je tijdens zo’n eerste gesprek vaststellen dat alle processen in het bedrijf goed verlopen? Zijn alle risico’s die aan een productieproces kleven, voldoende beheerst?” In het supermarktkanaal pakt men dit anders aan, weet Jansen. “Supermarkten willen al het mogelijke gevaar afschermen en hebben daarom commerciële standaarden opgesteld waarin HACCP is verwerkt.” Recalls zijn een van de grootste risico’s die een supermarkt loopt als de leverancier niet over de juiste certificeringen beschikt. Daarom is het nu de omgekeerde wereld in deze branche: de leverancier moet de ondernemer zien te overtuigen om zijn producten in de schappen van de supers te krijgen.

“Steeds vaker is de integrale ketenbewaking een punt van aandacht”, gaat Jansen verder. “Er is nog veel onbekend over waar leveranciers hun inkopen doen. De grotere leveranciers hebben vaak de papieren wel in orde, maar handelaren hebben geen belang bij langdurige, in de kosten lopende processen. Die bekijken hun handel van dag tot dag. Het gevolg kan een niet geheel veilig product zijn.” Zowel het product, als de transporteur en groothandel moet volgens Jansen in orde zijn. “Het begint echter bij de inkoop. Vaak genoeg zie ik dat ijsbereiders in zee gaan met een leverancier die de certificering kan tonen , maar waarop blijkt het aspect ‘inkoop’ geen onderdeel is van het certificaat. Terwijl dit het belangrijkste onderdeel in de hele productieketen is. Zorg daarom dat de hele keten is afgedekt: van inkoop tot transport.”

CERTIFICAAT LEZEN

Het belangrijkste voor de ambachtelijke ondernemer is, dat hij weet hoe hij zo’n certificaat moet lezen, stelt de inspecteur. “Tijdens de les die ik op het IJscentrum geef over inkoop, geef ik wel eens gekscherend het voorbeeld van de ‘betonnen zwemvliezen’. Een ISO 19001-certificaat kun je verkrijgen als je alle processen hebt beschreven en aantoont zo te werken tot genoegen van de certificerende instantie. Dus in principe zou je zelfs betonnen zwemvliezen kunnen voorzien van zo’n ISO-certificaat. Dit voorbeeld geef ik aan de studenten om ze te laten inzien dat de naam van het certificaat niet alleszeggend is: men moet vérder lezen. De vraag is: weet iedere ondernemer dit ook?”

JUISTE CERTIFICERING

aardbeicoupe_mobile_Uit de praktijk blijkt dat het nog wel eens lastig kan zijn, zo’n certificaat te lezen. Jansen geeft een voorbeeld. “Een ondernemer verkocht brie in zijn zaak, die volgens hem van een gecertificeerde leverancier kwam. Toen ik het certificaat bekeek, bleek dat het een certificering betrof voor de transport van harde kaas. Dus niet eens van het maken van kaas, laat staan een certificering voor de productie van zachte kaas. Let daarom altijd op de scope van het certificaat, dus: wat heeft de leverancier precies laten beoordelen?” Een tip die Jansen meegeeft, is: “Let erop dat het logo van de Raad van Accreditatie op het certificaat is vermeld. Als de certificerende instantie niet op de website van de Raad van Accreditatie staat, dan is het certificaat niet in orde.” De deskundige merkt op dat er instanties bestaan die wel geaccrediteerd zijn tot het certificeren van het één, zoals HACCP, maar daarbij ook een BRC-certificaat afgeven, zonder dat dit onderdeel geaccrediteerd is. “Stel dus altijd de vragen: Is de instantie bekend bij de Raad? En: Is de instantie bevoegd tot certificering?” Waar ambachtelijke ondernemers verder op kunnen letten bij het lezen van een certificaat, is de geldigheidsdatum: is het certificaat nog van kracht?

HYGIËNECODE

Is het dan niet meer veilig om producten in te kopen bij kleinere leveranciers? “Hier geldt vaak handelen op basis van vertrouwen”, geeft Jansen toe. “En er bestaan risico’s. Maar er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Wij van Houwers Holtackers pretenderen: laat kleine producenten zichzelf op basis van de hygiënecode toetsen of zij verantwoord bezig zijn.” Het inspectiebureau stelt tijdens een onaangekondigde inspectie vast of een producent aan alle basisvoorwaarden voldoet en de kritische processen beheerst. Jansen licht toe: “Met dit bewijs toont een ondernemer dat hij voldoet aan zijn HACCP-verplichtingen. Stel dat een ijsondernemer of groothandelaar aardbeienpasta inkoopt, gemaakt bij een lokale teler waarbij de producent voldoet aan de eisen van een goedgekeurde hygiënecode. Houwers Holtackers hanteert hierbij de richtlijn die het nVWA heeft opgesteld om dit te beoordelen. Hiermee kan een ambachtelijke ondernemer op een eenvoudige manier risico’s afschermen.” Natuurlijk kan de ijsbereider of de groothandelaar zelf ook langs gaan om dit te beoordelen, maar met een inspectie-certificaat geeft het volgens Jansen net meer onafhankelijkheid en vertrouwen bij afnemers verder in de keten.

GOEDE VRAGEN

Wil Jansen stelde enkele vragen op die een ambachtelijk ijsbereider zijn (potentieel) leverancier kan stellen, om er zeker van te zijn dat er geen negatieve risico’s aan de inkoop kleven:

  • Heeft de leverancier een eigen HACCP-systeem of werkt hij volgens de hygiënecode?
  • Wie controleert dit?
  • Vraag het bewijs hiervan op. Indien de leverancier dit niet kan, of niet voorhanden heeft, vraag dan naar de laatste bacteriologische resultaten. Producenten zijn verlicht om meerdere malen per jaar bacteriologisch onderzoek te laten doen. Voor een ondernemer geldt de regel: tweemaal per jaar. Een kleine producent zou dit viermaal per jaar moeten uitvoeren, en hoe groter het bedrijf, hoe vaker het onderzoek plaats hoort te vinden. Let wel: als de resultaten van de onderzoeken nooit afwijkingen tonen, dan mag de leverancier het aantal onderzoeken naar beneden bijschalen.

Altijd op de hoogte blijven?