
De Nederlandse elektriciteitsinfrastructuur zit overvol, wat het lastig maakt voor voedingsproducenten om hun energievraag te vergroenen. Bedrijven die brood bakken, vlees koelen of frites invriezen, kampen met een constante, hoge energiebehoefte. De overstap van aardgas naar groene stroom wordt bemoeilijkt door beperkte netwerkcapaciteit en lange wachttijden voor netuitbreiding. Tegelijkertijd stijgt de energiebelasting op aardgas, wat bedrijven dwingt sneller na te denken over alternatieven.
Vier stappen naar een duurzamere toekomst
Rabobank identificeert vier stappen waarmee voedingsmiddelenproducenten direct kunnen starten:
1. Energiereductie
Begin met het verminderen van energieverbruik. Denk aan betere isolatie, gebruik van restwarmte en het afvlakken van pieken in de energievraag. Een Energie Management Systeem (EMS) en sensoren helpen het energieverbruik inzichtelijk te maken en te optimaliseren.
Flexibilisering van de energievraag
Omdat groene stroom afhankelijk is van zon en wind, moeten bedrijven hun energievraag afstemmen op het aanbod. Dit kan door energie op te slaan in warmtepompen, warmtebatterijen of LFP-batterijen. Flexibilisering zorgt ervoor dat bedrijven profiteren van lagere energiekosten en mogelijk zelfs inkomsten genereren door hun flexibele vermogen aan te bieden aan netbeheerder TenneT.
2. Aanpassing van productieprocessen
Pas productieprocessen aan zodat ze flexibel kunnen schakelen tussen energiebronnen. Investeer in hybride oplossingen, zoals ovens die zowel op gas als elektriciteit werken. Voor processen die hoge temperaturen vereisen, kan biogas of waterstof een alternatief zijn.
3.Samenwerking met buren en netbeheerders
Door samen te werken met nabijgelegen bedrijven kan de beschikbare netcapaciteit efficiënter worden benut. Dit kan via gezamenlijke contracten of energy hubs, waarbij opwekking, opslag en verbruik lokaal worden afgestemd.
Strategisch belang van de energietransitie
De energietransitie brengt onzekerheden en risico’s met zich mee, maar biedt ook kansen voor bedrijven die zich proactief aanpassen. Een jaarlijks energietransitieplan helpt bij het anticiperen op wet- en regelgeving, verduurzaming van processen en flexibilisering van de energievraag. Elke onderneming zou een ‘Chief Energy Officer’ moeten hebben om deze strategieën aan te sturen.
Energietransitie: denk in mogelijkheden
De overstap naar groene energie is een proces, geen ‘big bang’. Door vandaag al te investeren in energiereductie en flexibiliteit, kunnen voedingsmiddelenproducenten zich voorbereiden op een toekomst zonder aardgas. Of het nu gaat om eigen opwekking, samenwerking met buren of het afsluiten van een Power Purchase Agreement (PPA), de mogelijkheden zijn er – het is tijd om ze te benutten.
EVMI nieuwsbrief
Geen nieuws meer missen van EVMI? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief en ontvang twee keer per week het laatste nieuws en achtergrondverhalen over de voedingsindustrie.