Columnist over 15 jaar stof tot schrijven voor vakblad IJs!

8 juni 2023 Jacques Vos Vakblad IJs

Jacques Vos is vanaf de eerste uitgave van vakblad IJs! in 2009 als columnist betrokken bij dit magazine voor ambachtelijk ijsbereiders. Op verzoek van de redactie schrijft hij dit keer niet over grondstoffen van ijs, maar blikt hij terug op de historie van het magazine. Of zoals hij het zelf verwoordt: “De ingrediënten waarmee je een succesvol product zoals Vakblad IJs! maakt.”

Het is 2009 en het telefoontje herinner ik me nog als de dag van gisteren. ‘Hallo Jacques, zou jij voor Bakkers in bedrijf een column willen schrijven over ambachtelijk ijs’? Hilco Wagenaar, toenmalig hoofdredacteur van het vakblad Bakkers in Bedrijf, belde mij om te praten over een vaste column over ijs in dat prachtige blad voor de bakkerij. Ambachtelijk ijs werd steeds populairder en het werd tijd dat de bakkerijbranche het ambachtelijk ijs ging herontdekken. Uiteindelijk waren het vroeger de banketbakkers en Italiaanse ijsbereiders die het ambachtelijk ijs bereiden.

We spraken af bij het IJscentrum in Wageningen. Gaande het gesprek werden we steeds enthousiaster. Hilco had echt geen idee wat er allemaal bij het bereiden van ambachtelijk ijs kwam kijken. Aan het eind van het gesprek hadden we genoeg stof om een compleet blad te vullen. De column voor bakkers in bedrijf kwam er natuurlijk sowieso, maar het zaadje voor een vakblad voor de ijsbranche was geplant.

Een eigen vakblad

Vakblad IJs 1e cover (© Vakblad IJs)

Een nieuwe afspraak werd gepland waarbij Maarten Colijn, in die tijd de voorzitter en mede-oprichter van het IJscentrum, werd uitgenodigd. Binnen het bestuur van het IJscentrum werd al langer gesproken over hoe we de branche beter konden bereiken en verbinden. Een eigen vakblad zou daar een enorme boost aan kunnen geven. En zo gebeurde het. De ijsbranche was toentertijd een nichemarkt, maar werd steeds populairder. Het aantal ijsbedrijven was sinds de oprichting van het IJscentrum in 1999 verdubbeld naar zo’n 500 en de groei zat er nog steeds in.

Op dit moment zijn er rond de 1200 ambachtelijke ijsbedrijven. Heel precies is dat niet na te gaan, het hangt ervan af hoe je de indeling maakt. Eén ding is zeker: de bakkerij heeft inmiddels het ambachtelijk ijs weer herontdekt, gezien het toenemend aantal bakkers dat de afgelopen jaren heel succesvol zelf ijs draait en/of verkoopt. We mogen gerust vaststellen dat Vakblad IJs, net als het samengaan van de beurzen IJs-Vak en Bakkersvak, daarbij een belangrijke rol heeft gespeeld. Hierdoor zijn beide branches dichter bij elkaar gekomen.

Een mooi jaar

Vakblad IJs voorwoord Hilco (© Vakblad IJs)

Terug naar 2009: het werd een mooi jaar. Het IJscentrum bestond inmiddels tien jaar, de branchevereniging VAIJ (Vereniging Ambachtelijke IJsbereiders) werd opgericht en het vakblad IJs! zag in juli het eerste levenslicht. Het blad werd tevens het verenigingsblad van de VAIJ, waardoor er een gegarandeerde oplage was. Veel partners van het IJscentrum adverteerden in het blad, zodat het financieel net haalbaar was en zo creëerden we een mooie verbinding tussen, de branchevereniging (VAIJ), ijsbereiders en leveranciers. Missie geslaagd.

Het is niet makkelijk om in tijden van digitalisering een nieuw blad op de markt te brengen, zeker niet voor zo’n kleine branche. Het moest dus bijzonder zijn en dat was het ook. Een speciaal blad voor de ijsbranche was er nog nooit geweest, het had een bijzonder formaat, en het zag er ‘gelikt’ uit.

Vakmensen

Vakblad IJs artikel Vaij (© Vakblad IJs)

Diverse uitgevers zijn de afgelopen vijftien jaar de revue gepasseerd. Met up- en downs is vakblad IJs! inmiddels niet meer weg te denken uit onze branche. Dat is vooral te danken aan een groot aantal doorzetters en vakmensen. Zelf ben ik misschien een vakidioot als het om ijs gaat, maar de afgelopen jaren ben ik er ook een aantal tegengekomen in het team van Vakblad IJs. Dat zijn in mijn optiek ‘De onmisbare ingrediënten’ voor het blad.

Gezondheid en duurzaamheid

Over ingrediënten gesproken: vijftien jaar geleden hoefde je bij een ijsbereider niet aan te komen met vegan, suikervervangers of plantaardige eiwitten terwijl er toen toch al mondjesmaat van deze producten op de markt kwamen. De voedingsindustrie was al druk bezig, maar het ambacht moest er nog niets van hebben. De reactie op mijn eerste artikel over suikervervangers of vegan-ijs waren niet mis. Ik hoor ze nog zeggen: ‘IJs moest gewoon lekker zijn’. Gezondheid en duurzaam waren thema’s waar een ijsbereider in die tijd nog niet zo mee bezig was, uitzonderingen daargelaten.

Tijdlijn vakblad IJs!
2009: Het idee voor een eigen magazine voor ambachtelijke ijsbereiders wordt geboren.
2009: Realisatie eerste uitgave bij Uitgeverij Aristo in Drachten als verenigingsblad VAIJ.
2012:  Overname vakblad IJs! door Uitgeverij Eisma in Leeuwarden.
2014:  Eerste lustrum Vakblad IJs!
2016:  Overname door Uitgeverij Vakbladen.com in Zwolle
2019:  Tweede lustrum Vakblad IJs! en overname door Alea Publishers in Zeist.
2023: 15 jaar Vakblad IJs!

Er is inmiddels veel veranderd binnen de foodsector. Deze thema’s zijn niet meer weg te denken uit onze branche. Veel ijsbereiders hebben inmiddels vegan ijs in hun vitrine liggen. Ook al zijn het maar één of twee smaken, het is er gewoon. IJs met minder suiker of deels vervangen door suikervervangers, lactosevrij, allergenenvrij: je komt het gewoon tegen.

Denkwerk

Vakblad IJs Vd Poel deel I (© Vakblad IJs)

Iedere grondstoffenleverancier heeft inmiddels producten in zijn assortiment om ijsbereiders daarbij te ondersteunen. Het is jammer dat het dan meestal niet om enkelvoudige ingrediënten gaat, maar kant-en-klare producten. Dat zet de ijsbereider niet aan het denken, maar aan het doen. Het denkwerk heeft de productontwikkelaar van de grondstoffenproducent al gedaan. 
Ik heb de afgelopen jaren regelmatig geschreven over deze thema’s om de ijsbereider aan te sporen om zichzelf daarin wat meer te verdiepen. Niet alleen omdat het goed is om actueel te blijven wat kennis betreft, maar vooral omdat het je inzicht, creativiteit en vakmanschap vergroot. Drie competenties waarmee je het onderscheid kunt maken ten opzichte van andere collega’s en je jouw productmarge kunt verbeteren. Kant-en-klaar is misschien wel gemakkelijk, maar wil niet altijd zeggen dat het beter is en zeker ook niet goedkoper.

Het vakblad heeft afgelopen jaren veel informatie bij de ijsbereider thuis gebracht. Vanaf dag één zag het er fantastisch uit, wat zeker te danken is aan Hilco Wagenaar en Clara Bloemhof: wie kent ze niet? Beide zijn inmiddels niet meer werkzaam bij de uitgever en hebben grote stappen gemaakt met hun carrière. Voor mij blijven ze altijd verbonden aan het blad en zijn zo ongeveer familie geworden. Hun plaats is inmiddels ingenomen door andere toppers, net zo gedreven en enthousiast, ieder op zijn eigen manier. Dat vind je dan ook terug in het blad. 
Elke keer als het magazine bij mij op de mat valt, vind ik het weer verrassend. Mooie rapportages van bijzondere ijssalons of mensen uit de branche. Goede branche-informatie over trends, bedrijfseconomische thema’s, wet- en regelgeving en andere noviteiten. Vormgegeven op een smakelijke manier zoals bij ambachtelijk ijs gewoon is.

Trots

Vakblad IJs eerste cover Eisma 2011 (© Vakblad IJs)

Vijftien jaar heb ik inmiddels inhoud mogen geven aan het thema ‘Grondstof belicht’ en daar ben ik dankbaar voor. Als ik zie hoe de platte tekst door de uitgever wordt omgetoverd tot een prachtig geïllustreerd artikel, dan ben ik daar best trots op. Zeker als ik van ijsbereiders hoor dat ze alle uitgaven verzamelen en als ik zie dat het vakblad bij bijna alle leveranciers binnen onze branche op de leestafel ligt. Omdat het inmiddels weer het lijfblad is van de Vereniging van Ambachtelijk IJsbereiders, mogen we gerust vaststellen dat we het doel waarom we het vakblad hebben opgericht, bereikt hebben. 

Toen Hilco mij in 2009 vroeg om een column te schrijven, had ik niet durven dromen, dat ik vandaag de laatste zinnen zit te typen voor het jubileumnummer. Uitgever en alle medewerkers van Vakblad IJs!: van harte gefeliciteerd met het derde lustrum. Ik hoop nog lang mijn bijdrage te mogen leveren.

Altijd op de hoogte blijven?